Berichten

Kabeljauw gebruikt de beschutting van een wrak

Kabeljauw – Gadus morhua

Kabeljauwen migreren door de Noordzee. Het is een vis die leeft in scholen. De kabeljauw gebruikt het rijke habitat van het harde substraat, zoals natuurlijke riffen en wrakken, om te rusten en te paaien. Tegelijkertijd is daar ook genoeg voedsel te vinden. Wrakken zijn daarom de hotspots voor de kabeljauw.

Jonge kabeljauw jaagt naar voedsel over de zeebodem

Kabeljauw – Gadus morhua

Jonge kabeljauw, ook wel gul genoemd, groeit snel. Het zijn gulzige vreters en ze happen naar alle kleine diertjes die ze in en vlak boven het zand zien bewegen. Kleine krabbetjes, kril en wormachtige dieren staat onder andere op het menu. Jonge kabeljauwen zijn al sterke zwemmers, die gebruik maken van de stroming om zich door de Noordzee te verplaatsen. Maar als het even kan zoeken ze de beschutting van wrakken op.

Jonge kabeljauw groeit op in de Noordzee

Kabeljauw – Gadus morhua

De kabeljauw is een kuddedier en leeft het liefst in scholen. De juveniele kabeljauw is gevlekt, maar naar mate het dier ouder wordt verliest hij dit patroon. Volwassen exemplaren zijn fraai bruin/zilver gekleurd. Jonge kabeljauw zoekt de beschutting op van wrakken. Dit doen ze om te schuilen voor jagers en de harde stroming. Het harde substraat van wrakken (kunstmatige riffen) is ook voedselrijk en een uitstekende plek om op te groeien.

Wetenschappelijk onderzoek van platforms op zee

Op de Noordzee wordt de fundatie van productieplatforms aangestort met grote stenen van verschillende diameter. Hierdoor is de kans op verzanding gering. Veel fundaties liggen er al tientallen jaren en zijn rijk begroeid. Dat roept de vraag op of deze fundaties niet moeten blijven liggen op de bodem (mits deze zijn schoongemaakt natuurlijk). Wetenschappelijk onderzoek naar de biodiversiteit moet aantonen hoe soortenrijk dit habitat is. Hier nemen twee beroepsduikers en marien biologen op gestructureerde wijze samples met een airlift.

Biodiversiteit onderwater rond platforms op zee

Op dit moment staan er een kleine 1.000 productie-platforms in de Noordzee, waarvan Nederland er circa 150 heeft. De platforms in het zuiden onttrekken voornamelijk gas uit de zeebodem, terwijl in het noorden zowel platforms voor gas als voor olieproductie staan. De eerste platforms dateren uit de jaren 70 en zijn allang uit geproduceerd. Internationale wetgeving schrijft voor dat de ‘eigenaren’ verplicht zijn om deze platforms dan weg te halen. Een complexe en kostbare aangelegenheid. Maar is dat eigenlijk wel de beste optie?

Afval?
De grootste groep is nog steeds voor het opruimen van de gehele contructie. De bedrijven hebben het daar neer gezet en het is ook weer aan hun om het op te ruimen nadat ze het gebruikt hebben. Deze operatie kost heel veel geld en in de wet staat niet wanneer het platform opgeruimd moet zijn. Vele bedrijven stellen het opruimen dan ook uit.

Natuurlijke riffen
Wageningen Marine research doet onderzoek naar natuur op platforms.

Conflict
Als zo’n fundering echt kan helpen aan de bevordering van de onderwaternatuur is dat natuurlijk geweldig. Het moet alleen geen excuus worden voor bedrijven om hun afval niet op te ruimen. Vele organisaties denken dat dit wel zo zal zijn. Bedrijven zijn nog altijd wettelijk verplicht om platforms weg te halen. Maar, op de Noordzee, waar de bodem voor 90% uit zand bestaat, zijn platforms hotspots van biodiversiteit en zijn dit goede argumenten om oude platforms in zee te laten staan.